Afgelopen zomer kwamen er 2 geitjes op de boerderij bij. Ik zeg u: niets is gezelliger dan geitjes houden. Of toch: er is wel iets dat nog gezelliger is: geitjes melken. De historie van mijn nieuwe oude geitjes even op een rij:
Er waren al een paar maanden voorbij gegaan sinds Filip de bok, mijn beste vriend, gestorven was. Kwamen deze geitjes ter zijner vervanging? Maar neen, dit zijn melkgeiten: nutsdieren dus. Daar ga ik niet mee knuffelen. Die moeten melk geven.
Omdat ik nog nooit een geit -of zelfs een ander beest- gemolken had, maakte ik het mezelf gemakkelijk en liet 2 geiten brengen die het gewend waren om gemolken te worden. De 2 half-zussen waren/zijn een jaar of 7-8, we weten het eigenlijk niet precies. Ze kwamen binnen zonder naam, weinig vet om het lijf, maar wel met melk in de uier.
Een goede melkgeit kan tot 3l melk per dag geven. Dat is als je ze twee keer per dag melkt. Je kan een geit ook 1 keer per dag melken,dan geeft ze een beetje minder. 1 keer per dag melken: toppie! Zo kan ik 's morgens gewoon met mijn eigen geitjes kindertjes aan tafel blijven zitten en 's avonds in alle rust gaan melken.
En dus zat ik elke avond rond 19u op een krukje bij mijn geiten. Ik molk ze terwijl ze vastgebonden stonden met een leiband en korrels aten. Een klein avondritueel: overall en laarzen aan (schoon zicht, dat wel), geiten vastbinden, bakje korrels voor geit 1, uier wassen en melken, bakje korrels voor geit 2, uier wassen en melken. Geiten losmaken, stalletje toe en klaar. We dronken de melk rauw, we maakten elke avond pudding en ik maakte al eens een keer een lui-wijven-kaasje.
Geiten moeten -net zoals elk ander zoogdier- eerst gejongd hebben eer ze melk geven. In tegenstelling tot een koe (die kan je 300 dagen melken maar moet dan weer een kalfje krijgen) kan je een melkgeit tot wel 5 jaar lang blijven doormelken zonder dat ze elk jaar opnieuw een lam moet krijgen. Wanneer mijn geiten het laatst gelammerd hadden en hoelang ze al werden doorgemolken wist ik niet. Maar ik wou ze wel de winter in alle rust-zonder te blijven melken dus- laten doorbrengen. Eventueel wel met een lammetje in de buik. Er moest dus een geitenbok gebracht worden. "Kebab" de geitenbok werd gebracht. Ja, je mag je fantasie laten gaan bij die naam want een geitenbok eeuwig houden, dat is geen leuk vooruitzicht. Die stinken, die worden groot, die worden woest. Die eindigen na hun dienst in het slach….
Maar Kebab, die heeft dus een naam gekregen, terwijl de geiten nog steeds naamloos zijn. We noemen ze soms 'de geflipte geitjes' (minstens even grappig als Zingaburia, mijn geitjes), of ik noem ze 'miekes' omdat dat zo lief klinkt.. die geitjes van mij zijn ook zo schattig. Een beest een naam geven… dat maakt ze een persoontje, dat maakt dat je je hecht aan het dier. Maar het zijn nutsdieren, ze moeten melk geven. Mijn geitjes hebben dus geen naam.
Omdat een geit eigenlijk geen grazer is, maar liever blaadjes, struiken en alles behalve gras eet, snoeide ik elke avond ook een paar wilgentakken zodat ze ook groenvoer binnenkregen. Na een klein accidentje met de zaag en de duim besloot ik om ze zelf de takken te laten opzoeken en nam ik ze aan de leiband mee in de wei. Ik toonde hen de lekkere plekjes, de groene struikjes. Ja lekker, zeiden ze, maar mogen we nu terug mee naar binnen met jou naar ons gezellig stalletje. Krijgen we dan nog een knuffel van jou?
Ja zo gaat dat. Je denkt 'we hechten ons toch niet aan de geit', maar zo werkt dat niet in het echte leven. Elke avond een halfuur bij de geitjes rondhangen, ze elke dag mee op wandel nemen. Ga je naar links, dan gaan ze ook naar links. Zet je een stap naar rechts, gaan ze ook naar rechts. Sta je stil, dan staan de geitjes ook stil. Geitjes die je volgen, bij elke stap die je zet, dat verovert je hart. Kruip je -zonder dat je het beseft- in hun hart, dan kruipen zij ook in het jouwe.
Dit verhaal begint dus eigenlijk nog maar net: rond maart gaan hier nieuwe jonge geitjes rondhuppelen en tegen dan moet ik veel geitennamen verzinnen want: Ik mijn geitjes!
Ik maak elk jaar met mijn leerlingen harde kaas, als je wil stuur ik het recept eens door. Wij gebruiken wel rauwe koeienmelk maar ik vermoed dat dat met geitenmelk ook wel moet lukken…
LikeLike
ah dat is een van mijn volgende blogposts: ik ben een cursus kaasmaken gaan volgen en weet dus ondertussen hoe ik harde, zachte,platte, feta,- ..kaas moet maken 😉
LikeLike
Mag ik aub naar de babyborrel van de geitjes komen?
m xxx
LikeLike
Volgens mij zult gij nooit dieren alleen als 'leveranciers van voeding' kunnen zien. (En zo zijt gij niet alleen)
LikeLike
🙂
Nutsdieren moogt (moet) ge toch ook graag zien !
Als kind hadden mijn zus en ik elk een geitje , Liesje en Lotje, aka de Lieselotjes.
Ik kijk al uit naar de foto's van het jonge grut !
LikeLike
In de kempen noemen we elke geit Mieke 😉
En mijn kippen doen dat ook.. volgen.. stilstaan .. die hebben ook een naam, zijn nutsdieren en gaan jammergenoeg nooit echt lang mee..
LikeLike
Wij hebben een sofietje. Ook een geitje.
1 gouden tip: laat nooit het poortje naar de moestuin in volle bloei openstaan! Ze eten echt alles op 😉 (zelfs de rabarberbladeren moesten eraan geloven)
LikeLike
Hilde, Hilde
Leef toch hoog in de bergen
Hilde, Hilde
Want hierboven voel jij je thuis
Donkere dennen
Groene weiden van zonneschijn
Hilde, Hilde
Jij kunt gelukkig zijn… 😉
LikeLike
Onze nonkel/buurma noemt zijn geitjes ook 'de miekes'. "Aaaaaah, komen jullie eens naar de Miekes kijken!" Zegt hij dan altijd met de sigaar in de mond. Vorig jaar was het wedstrijdje tussen mezelf en de miekes: wie zou het eerst bevallen. De Miekes wonnen want de kleintjes kwamen in de laatste week van februari en Leonard bleef tot 41weken en 5 dagen zitten (4 maart)… Mooie herinneringen
LikeLike